Aantal berichten : 977 Registration date : 26-07-07
Onderwerp: Juridisch verdrag met Artois wo aug 06, 2008 2:08 pm
Citaat :
TRAITE DE COOPERATION JUDICIAIRE ARTOIS/HOLLANDE
Nous les Hautes Autorités Comtales d’Artois, Nous les Hautes Autorités Comtales de Hollande
Forts de notre volonté de nous unir dans une coopération sans cesse plus approfondie entre nos deux peuples, Conscients que l’impossibilité de prononcer des jugements par contumace tend à laisser impunis des criminels supposés qui auraient trouvé refuge dans un de nos Comtés, et seraient susceptibles de perturber la bonne entente entre nos deux peuples,
Avons décidé le traité suivant :
Article I: Dispositions préalables 1. Les Hautes Parties Contractantes reconnaissent le principe qu'une personne ne peut fuir la loi qu'elle enfreint et échapper à l'autorité de son Duc/Comte sur ses terres. 2. Si un citoyen est mis en accusation dans l'une des deux régions il sera jugé en fonction des lois et aux coutumes du lieu de son crime ou délit. Le verdict devra cependant être conforme aux lois constitutionnelles du lieu du jugement. 3. Tout délit commis dans le Duché, déjà commis auparavant dans l'autre pourra être suivi comme récidive. 4. Eu égard à la reconnaissance de la jurisprudence du Royaume de France et à la règle bis in idem, un individu condamné par l’une des Cours ne peut pas être condamné pour les mêmes faits par l’autre Cour.
Article II: Procédure judiciaire à adopter 1.a. Les Conseils Comtaux/Ducaux sont habilités à lancer des poursuites à l'encontre d'une personne suspectée d'avoir enfreint la Loy et qui se réfugie sur le territoire des Comtés/Duchés liés par ce traité. Ils doivent pour cela adresser une demande de suites. 1. b. Cette demande prend la forme d’un acte motivé du Conseil Comtal/Ducal requérrant ou de son émissaire, exposant l’identité, les faits reprochés et les éléments de preuve appuyant la plainte, adressée au Conseil Comtal/Ducal requis. 2. La mise en accusation effectuée, le Procureur de la Justice requérante fournira au procureur du Duché/Comté requis l'Acte d'Accusation. 3. Le procès sera mené par la Justice requérante, en étroite collaboration avec la Justice requise. 4. Au terme des délibérations, les deux Juges des Comtés/Duchés liés par ce traité se concerteront pour donner la sentence. Le Juge requérant proposera une peine, le Juge requis devant la valider, cela dans le but de veiller au respect des lois et coutumes des Parties liées par ce traité.
Article III: Dispositions finales 1. Le présent Traité entrera en vigueur au lendemain de l’échange des consentements, exprimés au terme d’un débat et d’un vote des deux Conseils comtaux/ducaux 2.Les membres de chacun des conseils ainsi que leur successeurs sont contractuellement tenus de respecter ce traité. 3. Le présent Traité est bilatéral et n’est point ouvert à l’adhésion de province tierce. 4. Des modifications totales ou partielles de ce présent traité peuvent être décidées par consentement mutuel. 5. Le non-respect d'une clause de ce traité libère l'autre partie de toute obligation jusqu'à ce qu'une compensation ou un accord puisse être trouvé.
Article IV: De l'annulation du traité 1. Une annulation unilatérale de ce présent traité en temps de paix doit respecter la procédure suivante : 1.a. Une missive du Comte sera adressée à l'autre Comte. 1.b. Une déclaration officielle et formelle sera alors publiée dans les gargotes respectives et les ambassades. 2. Toute annulation unilatérale en temps de guerre sera considérée comme Trahison et pourra aboutir à des représailles. 3. Cet accord ne prend pas acte en cas de guerre entre les Comtés liés par ce traité.
Ce traité prend effet dès sa signature et jusqu'à résiliation partielle ou totale par l'une ou l'autre des parties. Les autorités de chaque partie s'engagent à ce que leur peuple prenne rapidement connaissance de ces faits.
Signé à Arras le 21 juillet de l'an de grâce 1456
Pour l'Artois: Sa Grandeur Edge KroNenBourg, Comte d’Artois
Son excellence Alazaïs de Montbazon-Navailles, Dame d'Ambricourt & Chambellan
Pour la Hollande: Sa Grandeur , Adjoint-Comtesse d'Hollande
Son excellence Hademar van den Burght, Chambellan
Citaat :
PAKT IN RECHTERLIJKE SAMENWERKING ARTOIS/HOLLAND
Ons de Hoge Autoriteiten van de Graafschap Artois, Ons de Hoge Autoriteiten van Graafschap Holland
Sterk van onze wil om ons te verenigen in onophoudelijk een meer diepgaande samenwerking tussen onze twee volkeren, Bewust van het feit dat de onmogelijkheid om oordelen per verstek uit te spreken ernaar streeft ongestraft van de veronderstelde misdadigers te laten die schuilplaats in een van onze Graafschappen zouden gevonden hebben, en geschikt zouden zijn om de goede overeenstemming tussen onze twee volkeren te verstoren,
Het volgende verdrag hebben besloten:
Artikel I: Voorafgaande beschikkingen 1. De Hoge partijen die dit verklaring contracteren, herkennen het principe dat een persoon de wet kan vluchten die zij heeft overtreden en aan de instantie van zijn Hertog/Graaf op zijn gronden ontsnappen. 2. Als een burger in beschuldiging in één van beide gebieden wordt gezet, zal hij in functie van de wetten en aan de gewoontes van de plaats van zijn misdaad of delict geoordeeld worden. Het vonnis zal echter in overeenstemming met de constitutionele wetten van de plaats van het voordeel moeten zijn. 3. Elk delict begaan in het Hertogdom/Graafschap, reeds eerst begaan in de andere zal als verdachte gevolgd kunnen worden. 4. Gezien de herkenning van de rechtspraak van het Koninkrijk Frankrijk en aan de regel bis in idem, kan een persoon die door één van de rechtbanken wordt veroordeeld, niet voor dezelfde feiten door het andere Hof veroordeeld worden.
Artikel II: Goed te keuren gerechtelijke procedure 1.a. De Raad van de twee Graafschap zijn gerechtigd om een voortzetting te lanceren tegen een verdachte persoon om te hebben enfreint wet en die op het grondgebied van de Graafschappen/Hertogdommen vlucht die door dit verdrag worden gebonden. Zij moeten daarvoor een verzoek van gevolgen richten. 1. b. Deze vraag neemt de vorm van een gemotiveerd besluit van de Raad van de Graafschap die vraagt of van zijn afgevaardigde aan, uiteenzettend de identiteit, de verweten feiten en de bewijzen die de klacht steunen, die aan de vereiste Graaflijke Raad is gericht. 2. De uitgevoerde inzet in beschuldiging, de Verdediger van de eisende Rechtvaardigheid zullen aan de procureur van het Hertogdom/vereist Graafschap de Beschuldigingshandeling leveren. 3. Het proces zal door de eisende Rechtvaardigheid, in nauwe samenwerking met de vereiste Rechtvaardigheid geleid worden. 4. Na afloop van de beraadslagingen, zullen beide Rechters van de Graafschappen/Hertogdommen die door dit verdrag worden gebonden, overleg plegen om het vonnis te geven. De eisende Rechter zal een straf, de vereiste Rechter die het moet valideren, dat voorstellen om op de naleving van de wetten en gewoontes van de Partijen toe te zien die door dit verdrag worden gebonden.
Artikel III: Slotbepalingen 1. Dit Verdrag zal na de uitwisseling van de toestemmingen in werking treden, die na afloop van een debat worden uitgesproken en van een stemming van beide Raad van de Graafs /zijn ducaux 2. De leden van elk advies alsmede hun opvolgers contractuellement verplicht om dit verdrag te eerbiedigen. 3. Dit Verdrag is bilateraal en is niet open voor de toetreding van derde provincie. 4. Totale of gedeeltelijke wijzigingen van dit dit verdrag kunnen per wederzijdse toestemming besloten zijn. 5. De niet-naleving van een clausule van dit verdrag bevrijdt het andere deel elke verplichting totdat een compensatie of een overeenkomst kan bereikt zijn.
Artikel IV: Van de nietigverklaring van het verdrag 1. Een eenzijdige nietigverklaring van dit dit verdrag in tijd van vrede moet de volgende procedure eerbiedigen: 1.a. Een missive van de Graaf zal gericht zijn aan de andere Graaf. 1.b. Een officiële en formele verklaring zal dan in respectieve gargotes en de ambassades gepubliceerd worden. 2. Elke eenzijdige nietigverklaring in oorlogstijden zal als Verraad beschouwd worden en zal tot represailles kunnen leiden. 3. Deze overeenkomst neemt geen nota in geval van oorlog tussen de Graafschappen die door dit verdrag worden gebonden. Dit verdrag treedt in werking vanaf zijn handtekening en tot gedeeltelijke of totale ontbinding door een van de partijen. De autoriteiten van elk deel verplichten zich opdat hun volk snel kennis van deze feiten neemt.
Ondertekend in Arras de 21 Juli van het jaar des Heeren 1456
Voor Artois: Zijn Voortreffelijkheid Edge KroNenBourg, Graaf van Artois
Alazaïs de Montbazon-Navailles, Dame van Ambricourt & Chambellan
Voor het Graafschap Holland:
Zijne Voortreffelijkheid , plaatsvervangend Graaf van Nederland