Artikel 1. Een berisping, welke gedurende een week in het dossier van de bestrafte vermeld zal worden. Artikel 2. Een vermaning, welke gedurende een maand in het dossier van de bestrafte vermeld zal worden. Artikel 3. Een lichte straf, welke permanent in het dossier van de bestrafte geplaatst zal worden. Tevens moet de bestrafte een taakstraf uit dienen. Artikel 4. Een zware straf, welke permanent in het dossier van de gestrafte geplaatst zal worden. Tevens wordt de bestrafte op inactief gezet tijdens de strafduur. Artikel 5. Een zeer zware straf, waarbij de gestrafte soldaat word ontslagen uit het leger. Hij moet per direct het leger verlaten. Tijdens het verlaten van het leger, draaien alle soldaten de rug toe.
Artikel 2. De bepalingen strafmaat:
Artikel 1. Bij 3 berispingen, in een tijdsbestek van 6 maanden, zal de straf omgezet worden in een lichte straf Artikel 2. Bij 3 vermaningen, in een tijdsbestek van 6 maanden, zal de straf worden omgezet in een lichte straf Artikel 3. Bij 3 lichte straffen, in een tijdsbestek van 6 maanden zal de straf worden omgezet in een zware straf Artikel 4. Bij 3 lichte straffen in een tijdsbestek van 6 maanden, zal de straf worden omgezet in oneervol ontslag.
Op. 2 : Rechten en Plichten.
Artikel 1.
Een militair heeft recht op een vergoeding (wedde) conform het minimum loon voor iedere dag dat de militair patrouille loopt.
Artikel 1.1.
Een militair heeft recht op een extra vergoeding van 2 florijnen per 50 Spierkrachtpunten, voor iedere dag dat de militair patrouille loopt.
Artikel 1.2.
Een militair heeft recht op een extra vergoeding van 1 florijn voor iedere dag dat de militair patrouille loopt, indien hij bewapend is met een staf.
Artikel 1.3.
Een militair heeft recht op een extra vergoeding van 2 florijnen voor iedere dag dat de militair patrouille loopt, indien hij bewapend is met een schild.
Artikel 1.4.
Een militair heeft recht op een extra vergoeding van 3 florijnen voor iedere dag dat de militair patrouille loopt, indien hij bewapend is met een zwaard.
Artikel 1.5.
Elk van bovenstaande extra vergoedingen worden enkel uitbetaald indien de militair in kwestie kan bewijzen dat hij voldoet aan de voorwaarden, die gesteld zijn voor het verkrijgen van het recht op een extra vergoeding.
Artikel 2.
Het recht op een vergoeding (wedde) kan, bij wijze van straf, tijdelijk door de Kapitein worden afgenomen.
Artikel 3.
De werkzaamheden van de militair voor het leger hebben ten alle tijde voorrang op andere activiteiten buiten het leger.
Artikel 3.1.
Een militair kan ten alle tijde worden opgeroepen voor het uitvoeren van activiteiten voor het leger.
Artikel 3.2.
Een militair moet binnen 24 uur na een oproep paraat kunnen staan.
Artikel 3.3.
Een militair heeft het recht om een tijdens een activiteit afwezig te zijn, mits dit minimaal 48 uur van tevoren is aangegeven bij de Compagniescommandant of de Bataljonscommandant.
Artikel 3.4.
Ongeoorloofde afwezigheid tijdens militaire activiteiten kunnen en zullen worden bestraft.
Artikel 3.5.
Voor iedere militair geldt een opkomstplicht.
Artikel 3.5.1.
Reguliere Militairen dienen minimaal drie maal per week aan te geven aanwezig te zijn in de Barakken en/of de Trainingsvelden van het leger.
Artikel 3.5.2.
Reservisten en Militairen van de Hollandsche Garde dienen minimaal één maal per week aan te geven aanwezig te zijn in de Barakken en/of Trainingsvelden van het leger.
Artikel 3.5.3.
Ongeoorloofde afwezigheid kan en zal worden bestraft.
Artikel 3.6.
Een militair kan worden berispt of vermaand door iedere officier, ongeacht de stationering van de militair en/of officier.
Artikel 3.7.
Lichte en zware straffen en oneervol ontslag kan enkel opgelegd en voltrokken worden door de Kapitein.