Boek VI: Handelswetten

Boek VI: Handelswetten


Op 1. Over het dumpen van producten


Artikel 1.

Het is verboden om in de Hollandse steden of dorpen de economie negatief te belasten door het plaatsen van meer dan twaalf eenzelfde goederen in drie dagen, die 3 florijnen onder de minimumprijs liggen van het product in kwestie, op een lokale markt of op de provinciale markt van het Graafschap.

Artikel 2.

Indien gebeurd wat door artikel 1 verboden is zal het Graafschap Holland of de stad in kwestie deze persoon vervolgen wegens verstoring van de openbare orde door middel van het negatief belasten van de Hollandse of lokale economie. Een geldboete en een celstraf van maximum 7 dagen zijn hieraan verbonden.

Artikel 3.

Artikel 1 geldt niet indien men schriftelijk toestemming heeft en kan aanwenden van ofwel de burgemeester van het dorp in kwestie ofwel de baljuw van het Graafschap ofwel de handelsminister van het Graafschap ofwel van de Graaf van Holland.

Artikel 4.

Indien buitenlandse handelaren willen handelen met een Hollandse stad moet de handelaar de burgemeester hierover aanspreken. De burgemeester kan weigeren, accepteren of ze kunnen samen tot een consensus komen. Dit moet gebeuren in een taal die zowel de burgemeester als de handelaar kunnen gebruiken. Zonder schriftelijke toestemmingen van de burgemeester mag de handelaar ook geen producten op de lokale markt plaatsen die de lokale economie kunnen beïnvloeden.

Artikel 5.

Indien de buitenlandse handelaar artikel 4 niet toepast zal hij worden berecht volgens de Hollandse wetten, de handelaar heeft recht op een advocaat en een tolk die het Nederlands en de taal die de handelaar wil aanwenden buiten het Nederlands. De handelaar dient middels verkoopsnota's zijn/haar onschuld aan te tonen. Weigert de handelaar deze vrij te geven, dan wordt dit beschouwd als een betekenis van zijn schuld. De rechter kan een geldboete en een celstraf van maximum 7 dagen opleggen indien de buitenlandse handelaar schuldig wordt bevonden.


Op 1. Over het massaal opkopen van goederen


Artikel 1.

Ter voorkoming van een verstoring in de plaatselijke economie kunnen handelaren bij massale opkoop van grondstoffen worden geboden de opgekochte grondstoffen terug te verkopen aan de betreffende stad van inkoop.

Artikel 1.1.

Een handelaar is een persoon die grondstoffen opkoopt met als doel de opgekochte grondstoffen te exporteren.

Artikel 1.2.

Artikel 1. is enkel geldig op de volgende producten:

• Hout
  
• Tarwe
  
• Meel
  
• Gierst
  
• Karkassen
  
• Brood

Artikel 1.3.

Pas wanneer er van een in artikel 1.2. genoemde grondstof meer dan 12 stuks per dag worden opgekocht is sprake van massale opkoop. Alleen dan kan de handelaar worden geboden de producten terug te verkopen aan de stad.

Artikel 1.4.

Een handelaar kan tot 12 uur na aankoop van de grondstoffen worden geboden de grondstoffen terug te verkopen aan de stad. Alleen een burgemeester van de betreffende stad kan dit.

Artikel 1.5.

Als een handelaar niet binnen 36 uur reageert, of weigert de grondstoffen terug te verkopen is er sprake van verstoring van de openbare orde.

Artikel 1.6.

De burgemeester dient het ongemak voor de handelaar te minimaliseren.


Artikel 2.0.

Ter voorkoming van een verstoring in de plaatselijke economie zijn mandaatoverdrachten beschermd.

Artikel 2.1.

Wanneer een mandaatuitwisseling misukt doordat de te koop aangeboden goederen worden opgekocht door derden, dan kan de opkoper worden geboden de goederen terug te verkopen aan de stad.

Artikel 2.2

De opkoper kan tot twee uur na het opkopen van de goederen door de burgemeester worden geboden de betreffende goederen terug te verkopen aan de stad.

Artikel 2.3.

Wanneer de opkoper niet binnen 36 uur reageert, of weigert de goederen terug te verkopen is er sprake van verstoring van de openbare orde.

Artikel 2.4.

De burgemeester dient het ongemak voor de opkoper te minimaliseren.