Onderwerp: Juridisch verdrag met Vlaanderen ma maa 08, 2010 12:22 am
Citaat :
A tous ceux qui verront cette présente lettre,
Nous les hautes Autorités Comtales de Hollande, représenté par Comte Raboude Mondrianus de Ligne Nous les hautes Autorités Comtales de Flandres, représenté par le Comte Ascalon Breydel. Forts de notre volonté de nous unir dans une coopération sans cesse plus approfondie entre nos deux peuples, Désireux de nouer des relations favorisant une entraide dans des secteurs de plus en plus nombreux, Conscients que l’impossibilité de prononcer des jugements par contumace tend à laisser impunis des criminels supposés qui auraient trouvé refuge dans un de nos Comtés et serait susceptible de perturber la bonne entente entre nos deux peuples,
Avons décidé de renouveler le traité suivant :
Traité de coopération judiciaire
Article I: Dispositions préalables
1. Les Hautes Parties Contractantes reconnaissent le principe qu'une personne ne peut fuir la loi qu'elle enfreint et échapper à l'autorité de son Comte sur ses terres. 2. Si un citoyen est mis en accusation dans l'une des deux régions il sera jugé en fonction des lois et aux coutumes du lieu de son crime ou délit. Le verdict devra cependant être conforme aux lois constitutionnelles du lieu du jugement. 3. Tout délit commis dans le Comté déjà commis auparavant dans l'autre pourra être poursuivi comme récidive. 4. Eu égard à la reconnaissance de la Charte de Juge, reconnu dans le Royaume de France et le Saint Empire, un individu condamné par l’une des Cours ne peut pas être condamné pour les mêmes faits par l’autre Cour.
Article II: L'échange des informations judiciaires
1. Les Prévots des Hautes Parties Contractantes seront responsable pour chaque échange d'information, comme décrit dans ce traité. 2. Les Hautes Parties Contractantes s'engagent à échanger toutes informations concernant les personnes reconnues coupables de brigandage sur leur terre, et ce afin de pouvoir neutraliser efficacement les personnes malveillantes dans les deux comtés. 3. Les Hautes Parties Contractantes s'engagent à échanger toutes informations concernant les voyageurs entre Heusden et Anvers. 4. Les Hautes Parties Contractantes s'engagent à informer leurs citoyens des lois en vigueur dans le comté voisin. L'information étant primordiale pour éviter toutes infractions dans l'un des comtés, une traduction des lois principales sera remise aux arrivants flamands en hollande et aux hollandais arrivant en Flandres, et sera publié en place public.
Article III: Procédure judiciaire à adopter
1.a. Les Conseils Comtaux sont habilités à lancer des poursuites à l'encontre d'une personne suspectée d'avoir enfreint la Loy et qui se réfugie sur le territoire des Comtés liés par ce traité. Ils doivent pour cela adresser une demande de poursuites. 1.b Cette demande prend la forme d’un acte motivé du Conseil Comtal requérant ou de son émissaire, exposant l’identité ou la description de la personne en fonction de la législation du comté, les faits reprochés et les éléments de preuve appuyant la plainte, adressé au Conseil Comtal requis. 2. La mise en accusation effectuée, le Procureur de la Justice requérante fournira au procureur du Comté requis l'Acte d'Accusation. 3. Le procès sera mené par la Justice requérante, en étroite collaboration avec la Justice requise. 4. Au terme des délibérations, les deux Juges des Comtés liés par ce traité se concerteront pour donner la sentence. Le Juge requérant proposera une peine, le Juge requis devant la valider, cela dans le but de veiller au respect des lois et coutumes des Parties liées par ce traité. 5. Une partie de l'amende versée au Comté sur lequel se déroule le procès pourra être reversée au comté sur lequel se sont déroulés les faits, sur la demande de ce dernier.
Article IV: Dispositions finales
1. Le présent Traité entrera en vigueur au lendemain de l’échange des consentements, exprimés au terme d’un débat et d’un vote des deux Conseils Comtaux 2. Le présent Traité est bilatéral et n’est point ouvert à l’adhésion de province tierce. 3. Des modifications totales ou partielles de ce présent traité peuvent être décidé par consentement mutuel. 4. Le non-respect d'une clause de ce traité libère l'autre partie de toute obligation jusqu'à ce qu'une compensation ou un accord puisse etre trouvé. 5. Après chaque élection, le Comte élu devra confirmer d'avoir pris connaissance de ce traité, et ses modalités.
Article IV: De l'annulation du traité
1. Une annulation unilatérale de ce présent traité en temps de paix doit respecter la procédure suivante: 1.a. Une missive du Comte sera adressée a l'autre Comte . Une déclaration officielle et formelle sera alors publiée dans les gargotes respectives et les ambassades. 1.b. L'annulation ne stoppera pas les procédures en cours dans l'un ou l'autre Comté et jugement sera rendu. 2. Une annulation bilatérale de ce présent traité n'est possible qu'avec l'accord des deux comtes, et sous réserve de l'accord du conseil en place. 3. Ce traité n’ impose pas des devoirs de défense mutuelle.
Signé à Amsterdam le 4 Mars, 1458
Au nom du Comté de Hollande: Sa Grandeur Asmael Ychnik dela Mendoza
Son Excellence Romerio Alexander Tailleur, Chancelier de Hollande
Témoin pour le Comté de Hollande : Son Excellence Sybilla de Ligne, Ambassadrice Hollandaise près du Comté de Flandres
Au nom du Comté de Flandres: Sa Grandeur Ascalon Breydel
Témoin pour les Flandres: Son Excellence Guichard, Chancelier des Flandres
Citaat :
Aan zij die kennis nemen van deze brief,
Wij, de Hoge Grafelijke Autoriteiten van Holland, vertegenwoordigd door Graaf Raboude Mondrianus de Ligne. Wij, de Hoge Grafelijke Autoriteiten van Vlaanderen, vertegenwoordigd door Graaf Ascalon Breydel. Sterk in onze wil om ons te verenigen in een betere samenwerking tussen onze volkeren, Welwillend om onze relaties aan te halen in door onderlinge hulp in verschillende sectoren, Wetende dat de onmogelijkheid om oordelen bij verstek uit te spreken leidt tot het ongestraft laten van criminelen die hun toevlucht hebben gezocht in een van onze graafschappen, en het verstoren van de goede relaties tussen onze volkeren,
Hebben besloten het volgende verdrag te vernieuwen:
Verdrag van juridische samenwerking tussen Vlaanderen en Holland
Artikel I: Voorafgaande bepalingen
1. De Hoge Contracterende Partijen erkennen het principe dat niemand kan ontvluchten van de wet die zij overtreden of ontsnappen aan de autoriteit van zijn Graaf op zijn grondgebied. 2. Als een burger in een van de graafschappen schuldig bevonden wordt, volgens de wetten van dat graafschap, dan moet zij berecht worden volgens de wetten en gebruiken van de plaats waar het misdrijf of delict is gepleegd. Echter, het verdict moet conform zijn met de grondwet van de plaats van de veroordeling. 3. Elke overtreding in het Graafschap, dat reeds begaan is in het andere kan worden vervolgd als een recidivist. 4. Met betrekking op de erkenning van het Charter der Rechters, erkend in het Koninkrijk Frankrijk en het Heilig Roomse Rijk, mag een individu, veroordeeld door het ene Hof niet veroordeeld worden voor dezelfde feiten in het andere Hof.
Artikel II: De uitwisseling van juridische informatie
1. De Schouten van de Hoge Contracterende Partijen zullen verantwoordelijk zijn voor elke uitwisseling van justitiële informatie, zoals beschreven in dit verdrag. 2. De Hoge Contracterende Partijen spannen zich in om elke informatie, met betrekking tot personen schuldig aan banditisme op hun grondgebied, dit om deze personen van slechte wil effectief te kunnen neutraliseren. 3. De Hoge Contracterende Partijen spannen zich in om elke informatie met betrekking tot reizigers tussen Heusden en Antwerpen uit te wisselen. 4. De Hoge Contracterende Partijen zetten zich in om hun burgers over de geldende wetten in het naburige graafschap te informeren. Gezien informatie van prioritair belang is om elke wrevel te vermijden, zal een vertaling van de belangrijkste wetten worden gegeven aan Vlaamse bezoekers in Holland, en Hollandse bezoekers in Vlaanderen. 5. Bovendien zal deze vertaling van de belangrijkste wetten gepubliceerd worden op een openbare plaats.
Artikel III: De te volgen juridische procedure
1.a. De Grafelijke Raden zijn bevoegd om een vervolging te verzoeken tegen een persoon die verdacht wordt de wet overtreden te hebben, en zich op het grondgebied bevindt van de andere partij. Zij moeten hiervoor een verzoek tot vervolging indienen. 1.b. Dit verzoek neemt de vorm aan van een gemotiveerde acte van de eisende Grafelijke Raad, of van zijn vertegenwoordiger. Deze acte bevat de identiteit of beschrijving van de verdachte, de gepleegde feiten inclusief bewijsstukken en de overtreden wetten, alles geadresseerd aan de Grafelijke Raad. 2. Voor de feitelijke aanklacht, zal de Openbare Aanklager van het vragende graafschap aan de Openbare Aanklager van de andere partij een Acte van Beschuldiging bezorgen. 3. Het proces zal beheerd worden door de vragende partij, in nauwe samenwerking met de andere partij. 4. In termen van beraad, zijn de twee rechters van de graafschappen gebonden door dit verdrag om samen te overleggen voor het uitspreken van een straf. De vragende rechter zal zijn collega een straf voorstellen, alvorens deze uit te spreken, dit met het doel te waken over de wetten en gebruiken van de contracterende graafschappen. 5. Een deel van de boete, gericht aan het graafschap waar het proces heeft plaatsgevonden, kan worden uitgekeerd aan het graafschap waar de feiten zich hebben voorgedaan, op vraag van deze laatste.
Artikel IV: Finale bepalingen
1. Het verdrag zal van kracht worden, na het wederzijds uitwisselen van goedkeuren, uitgedrukt door een debat en een stemming van de twee Grafelijke Raden. 2. Het verdrag is bilateraal, en is op geen enkele wijze open voor toetreden van een derde provincie. 3. Volledige of gedeeltelijke wijzigingen van dit verdrag kunnen slecht door onderling akkoord plaatsvinden. 4. Het niet-respecteren van dit verdrag bevrijdt de andere partij van elke verplichting, tot een compensatie of een akkoord gevonden kan worden. 5. Na elke verkiezing zal de verkozen graaf moeten bevestigen kennis genomen te hebben van dit verdrag en zijn bepalingen.
Artikel V: Annulering van het verdrag
1. Een unilaterale verbreken van dit verdrag moet de volgende procedure volgen: 1.a. Een brief van de graaf aan de andere graaf. Een officiële en formele verklaring moet worden gepubliceerd in beide grafelijke hallen en in de ambassades. 1.b. Een annulering zal lopende procedures niet onderbreken in elk van de graafschappen, en een oordeel zal geveld worden. 2. Een bilaterale verbreking van het huidig verdrag is slechts mogelijk door akkoord van beide graven, en onder voorbehoud van een akkoord van de zittende raad. 3. Dit verdrag legt geen wederzijdse militaire bijstand op.
Getekend in Amsterdam op 4 maart 1458,
In naam van het Graafschap Holland: de Hooggeboren Graaf Asmael Ychnik dela Mendoza
Zijne Excellentie Romerio Alexander Tailleur, Kanselier van Holland
Getuige voor het Graafschap Holland: Hare Excellentie Sybilla de Ligne, Hollands Ambassadrice in Vlaanderen
In naam van het Graafschap Vlaanderen: de Hooggeboren Graaf Ascalon Breydel
Getuige voor het Graafschap Vlaanderen: Zijne Excellentie Guichard, Kanselier van Vlaanderen